08-11-2012: Akkerbouwers helpen bijen aan voedsel
Hoe kun je de overwinteringskansen van bijenvolken vergroten? In het praktijknetwerk ‘Bijen op de akkers’ gaan akkerbouwers in Oost-Groningen samen met imkers op zoek naar antwoorden. Het doel van de partijen is om de bijensterfte terug te dringen door bestaande akkerranden en andere akkernatuur slimmer in te richten.
Over de hele wereld is bijensterfte een actueel en urgent vraagstuk. In 2009 ging in de VS en Canada 30 procent van de bijen dood, bijna vier keer zo veel als de natuurlijke volksterfte. In Europese landen variëren de cijfers tussen 10 en 30 procent. De oorzaak lijkt een optelsom van meerdere factoren, waaronder het gebruik van bestrijdingsmiddelen, bepaalde parasieten en schimmels, watergebrek en een gebrek aan diversiteit in de landbouw (monoculturen).
De netwerkdeelnemers herkennen een aantal van deze problemen. Er is weinig en eenzijdig stuifmeelaanbod op de Nederlandse akkers, omdat er weinig verschillende gewassen worden geteeld. Ook wordt de landbouwgrond intensief benut waardoor er weinig ‘overhoekjes’ zijn. Mede daardoor is er voor de bijen vermoedelijk te weinig voedsel te vinden in het vroege voorjaar, midden in zomer en in het late najaar. Een bij die niet voldoende voedsel kan vinden, is verzwakt en vatbaarder voor ziekten, vooral in de winter.
Volgens de initiatiefnemers van het netwerk valt er door samenwerking tussen boeren, bijenhouders en onderzoekers op een eenvoudige manier veel te verbeteren. De basis is er al. In Oost-Groningen liggen, onder andere bij de deelnemers van het netwerk, 70 hectare aan biodiversiteitranden (FAB), 500 ha akkerranden en 100 ha wintervoedselveldjes. Hier wordt dus al gewerkt aan meer biodiversiteit. De randen zijn echter ontworpen met oog op voedsel, veiligheid en nestgelegenheden voor akkervogels. Bijen profiteren hier ook van maar de randen zijn nog niet ideaal ingericht voor de bijen.
Na een eerste algemene bijeenkomst met 20 agrariërs en 14 imkers heeft het netwerk twee verdiepingsbijeenkomsten georganiseerd. De eerste verdiepingsbijeenkomst gaf inzicht in wat bijen nodig hebben. Tijdens de tweede bijeenkomst heeft bijenonderzoekster Romée van der Zee de deelnemers bijgepraat over de oorzaken van de bijensterfte. Op een nog te organiseren derde avond wil het netwerk aandacht besteden aan concrete maatregelen die akkerbouwers kunnen nemen om het voedselaanbod voor de bijen te vergroten (zaaimengsels, maaibeleid, etc.).
Het netwerk wil per regio uitzoeken welke mengsels het beste aansluiten bij de behoefte van bijen en die passen in de bouwplannen en bij de grondsoort van de akkerbouwer. Studenten zullen helpen bij het monitoren van proefvelden. Naast de samenstelling van de mengsels krijgt ook het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen aandacht binnen het project.