18-09-2012: Opsporing verzocht: telers inventariseren tulpengalmijt
Deelnemers aan het praktijknetwerk ‘Tulpengalmijt onder de knie’ hebben na de oogst volop monsters genomen van hun partijen tulpen; vóór en na behandeling tegen tulpengalmijt. Deze zakjes met tulpenbollen worden in een aparte ruimte bewaard, deels bij de telers zelf en deels bij PPO. Zij willen hiermee zicht krijgen op besmettingen met tulpengalmijt.
Eén van de bewaarcellen bij PPO hangt bomvol met de zakjes en dat levert een bont gezicht op. Door de monsters allemaal los van elkaar op te hangen en de ventilatie minimaal te houden, wordt voorkomen dat de galmijten van het ene naar het andere monster overgaan. De temperatuur wodt constant gehouden, op 25 graden, zodat de galmijten zich goed kunnen vermeerderen. Hierdoor wordt een besmetting sneller zichtbaar.
De mijten zelf zijn met het blote oog niet te zien. Maar in de loop van de bewaring kunnen besmette bollen gaan verkleuren. Hoe meer mijten, hoe groter de kans om deze symptomen te vinden. In oktober gaan de telers samen met onderzoekers van PPO en adviseurs van agrarisch toeleverancier Albert Groot bekijken of de monsters symptomen van tulpengalmijt laten zien.
Wanneer er een besmetting aan het licht komt, kan de teler nog maatregelen nemen om de schade door tulpengalmijt binnen de perken te houden. Een effectieve maatregel is de bollen koeler (bij 17°C of lager) te bewaren of om ze eerder te planten. Bij lage temperaturen neemt de aantasting door mijten namelijk niet meer toe. De bloemen kunnen zelfs onbeschadigd te voorschijn komen. Oktober wordt dus een spannende en belangrijke maand.